Bezig met laden.
Een moment aub.

Nieuws
Financiëel Nieuws

04 2024  •  Echtgenote ingekomen werknemer is geen ingekomen werknemer


Een vrouw met een buitenlandse nationaliteit werkt sinds 22 november 1999 bij een buitenlandse werkgever. Haar echtgenoot met eveneens die buitenlandse nationaliteit is op 2 april 2018 in dienst getreden bij een Nederlandse werkgever, die voor hem de 30%-regeling toepast. De echtgenoot staat per 10 april 2018 ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) op een Nederlands adres. De vrouw en de kinderen staan per 15 juni 2018 ook op dit adres ingeschreven. Per 15 maart 2019 werkt de vrouw voor een Nederlandse werkgever. Namens de vrouw verzoekt deze werkgever om de 30%-regeling, maar de inspecteur wijst het verzoek af. Bij Hof Den Haag is het de vraag of de inspecteur het verzoek voor de 30%-regeling terecht heeft afgewezen.

Omschrijving fiscale woonplaats Het gaat erom of de vrouw ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst een woonplaats buiten Nederland heeft. Waar iemand woont, wordt op basis van alle daarvoor relevant zijnde omstandigheden beoordeeld. Er moet een duurzame band van persoonlijke aard bestaan tussen de betrokkene en het land waar hij of zij woont. Die band hoeft niet sterker te zijn dan de band met enig ander land. Om hier in Nederland een woonplaats te hebben is het dus niet noodzakelijk dat het middelpunt van iemands maatschappelijke leven zich in Nederland bevindt.

Duurzame band van persoonlijke aard De vrouw moet aantonen dat zij geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst op 15 maart 2019. Het hof vindt dat de vrouw daar niet in is geslaagd. De vrouw heeft zichzelf en haar kinderen op 15 juni 2018 in de BRP ingeschreven op het adres van haar echtgenoot. Ook staat vast dat de vrouw in de periode vanaf 18 augustus 2018 tot begin maart 2019 het meest bij haar gezin in Nederland verbleef. Zij reisde slechts enkele dagen per maand naar het buitenland voor haar werk. Tijdens haar verblijf in Nederland is de vrouw passend werk gaan zoeken. Ook heeft ze als binnenlandse belastingplichtige aangifte inkomstenbelasting over 2018 gedaan en beschikte ze over een Nederlandse bankrekening. De vrouw heeft op grond van het voorgaande een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland voordat ze de arbeidsovereenkomst met de Nederlandse werkgever aanging. De inspecteur heeft terecht de 30%-regeling geweigerd.

Bron: Hof Den Haag 22-02-2023 (gepubl. 22-04-2024).

Opzettelijk geen aangifte doen is ander feit dan verzuim

Heeft een bv voor een aangifteverzuim een verzuimboete gekregen? Dan nog is strafrechtelijke vervolging mogelijk voor de dga die bewust de opdracht daartoe heeft gegeven.

lees meer
In agio omgezette schuld telt mee voor 10%-criterium

Het omzetten van schulden in een agiostorting op achtergestelde aandelen kan uiteindelijk het ontstaan van een lucratief belang verhinderen.

lees meer
Rente niet-kwalificerende restschuld niet aftrekbaar

Verkoopt een eigenwoningbezitter zijn woning in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017? En blijft na verkoop een restschuld over? Dan is de rente over die restschuld gedurende 15 jaar aftrekbaar.

lees meer
Zonder uitnodiging aangifte geen vergrijpboete

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur geen vergrijpboete kan opleggen. De inspecteur kan niet aannemelijk maken dat hij de belastingplichtige op de juiste wijze heeft uitgenodigd aangifte IB/PVV te doen.

lees meer
archief