02 2024 • Wijzigen verdeling opbrengsten eigen woning nog mogelijk
In 2018 betalen een man en vrouw als eigenwoningrente een bedrag van € 6.630. In hun
aangifte IB/PVV geven zij als opbrengst eigen woning een bedrag van negatief € 11.256
aan. De man krijgt daarvan negatief € 8.256 (73,35%) en de vrouw negatief € 3.000
(26,65%). In 2019 overlijdt de man. De primitieve aanslagen zijn conform de aangiften
opgelegd. Op 23 juni 2020 hebben de echtgenote en de erven van de man een herziene
aangifte ingediend. Daarin is als opbrengst eigen woning negatief € 4.964 aangegeven.
Hiervan is als negatieve opbrengst € 2.860 (57,62%) bij de echtgenote aangegeven en
negatief € 2.104 (42,38%) aan de (erven van de) man toegerekend. De Belastingdienst
heeft vervolgens navorderingsaanslagen opgelegd. Daarbij is de inspecteur uitgegaan
van de bij de primitieve aanslagen gehanteerde procentuele verdeling, zijnde negatief
€ 1.323 (26,65%) bij de echtgenote en negatief € 3.641 (73,35%) bij de (erven van
de) man.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of de (erven van de) man en de echtgenote
de eerder in de aangifte gemaakte keuze voor de onderlinge verhouding van het belastbare
inkomen uit eigen woning in het kader van de navorderingsaanslagen kunnen herzien.
Wijzigen onderlinge verhouding opbrengst eigen woning Het hof ziet in de toelichting op art. 2.17 lid 4 Wet IB 2001 zoals dat geldt vanaf 2009 wel een reden de wijziging van de verdeling van de onderlinge verhouding opbrengsten eigen woning toe te staan. Wijzigen is mogelijk tot het moment waarop de aanslag en de navorderingsaanslag van de belastingplichtige of zijn fiscaal partner onherroepelijk vaststaan. Volgens het hof betekent dit eventueel ook dat het hof een navorderingsaanslag zou moeten verhogen, maar daartoe is een rechter in belastingzaken echter niet bevoegd. De inspecteur kan wel een tweede navorderingsaanslag opleggen. Het hof stelt de (erven van de) man en de echtgenote in het gelijk.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 13-02-2024 (gepubl. 19-02-2024).
De Raad van State adviseert om het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 niet in deze vorm in te dienen en de vormgeving opnieuw te bezien.
lees meerHet zelf opstellen van facturen en deze betalen via verrekening levert volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant onvoldoende bewijs op om de btw terug te vragen.
lees meerHof Amsterdam bevestigt dat ondanks hun bijzondere kenmerken cryptovaluta vermogensbestanddelen zijn die in beginsel in box 3 vallen.
lees meerDe inspecteur hoeft een verzoek om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV over jaren vanaf 2017 niet in te willigen als dit verzoek is gebaseerd op wetgeving en rechtspraak over jaren vóór 2017.
lees meer