09 2023 • Proceskostenvergoeding moet in BPM-zaak even hoog zijn
In een verzetsprocedure van een kentekenhouder heeft de rechtbank een immateriële
schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en een proceskostenvergoeding
toegekend. Daarbij heeft de rechtbank de hoogte van de proceskostenvergoeding berekend
volgens het Besluit proceskosten Bestuursrecht. In dit besluit is opgenomen dat voor
besluiten die zijn genomen op grond van de Wet BPM of Wet WOZ een vergoeding van € 597
per punt geldt. In andere gevallen is de vergoeding € 837 per punt. Volgens de kentekenhouder
ontbreekt een rechtvaardiging voor dit verschil in vergoeding. De Hoge Raad is het
eens met de kentekenhouder en verwijst naar een eerder arrest. De kentekenhouder heeft
daarom recht op een hogere immateriële schadevergoeding en op een vergoeding van proceskosten
en griffierechten. De Hoge Raad verklaart de overige klachten van de kentekenhouder
zonder nadere motivering ongegrond.
Bron: Hoge Raad 08-09-2023.
Laat een bv met een pensioen in eigen beheer een winstbestanddeel toekomen aan haar dga? Maar wordt haar vermogen daardoor negatief? Dan telt dit als een afkoop van het pensioen in eigen beheer.
lees meerDe bewijslast dat een verschil tussen de rente die een dga ontvangt van een derde en de rente die hij betaalt aan zijn bv een verkapte winstuitdeling is, ligt bij de fiscus.
lees meerAls de rechter een werknemer verplicht aan zijn werkgever een schadevergoeding te betalen, mag de werknemer de gebruteerde schadevergoeding niet aftrekken.
lees meerAls een dga zijn stamrecht met zijn schuld aan zijn bv had kunnen verrekenen, heeft hij dat stamrecht fiscaal gezien genoten.
lees meer