03 2023 • Schenking door SPF is schenking door insteller SPF

Rechtbank Gelderland oordeelt dat een SPF voor fiscale doeleinden transparant is. Dat betekent dat de door de SPF gedane schenking aan de zoon van de insteller van de SPF geacht wordt te zijn gedaan door de insteller.
Een vader richt op 28 januari 2005 een Stichting Particulier Fonds (hierna: SPF) op
met hoofdvestiging op Curaçao. In december 2009 heeft de SPF, nadat het bestuur daartoe
een besluit heeft genomen, geldbedragen geschonken aan zijn zonen en aan de kinderen
van een van de zonen. De inspecteur is van mening dat de schenking die is gedaan door
de SPF in feite een schenking is, die is gedaan door de vader. De Belastingdienst
heeft daarom een aanslag recht van schenking opgelegd en een vergrijpboete. Bij Rechtbank
Gelderland is in geschil of de aan een van de zonen opgelegde aanslag recht van schenking
(schenkbelasting) terecht is.
De inspecteur meent dat de SPF fiscaal transparant is. De rechtbank deelt die visie.
De rechtbank is van oordeel dat de vader altijd heeft kunnen blijven beschikken over
het vermogen in de SPF. Er is een bestuurder benoemd van de SPF, maar door de gemaakte
afspraken heeft die geen enkele aansprakelijkheid als bestuurder gehad. Ook is de
bestuurder door de vader gevrijwaard van aansprakelijkheid. Daarbij heeft de bestuurder
maar een beperkte fee gekregen, zodat niet aannemelijk is dat de bestuurder de SPF
daadwerkelijk bestuurde. Ook heeft de vader verklaard dat hij de ultimate beneficial
owner (UBO) van de SPF is en dat al het vermogen van de SPF van hem afkomstig is.
Ook dat maakt het voor de hand liggend dat hij over het vermogen in de SPF wilde blijven
beschikken. De rechtbank verklaart daarom het beroep tegen de aanslag recht van schenking
ongegrond.
Bron: Rb. Gelderland 15-02-2023 (gepubl. 02-03-2023)
De beschikking van de 30%-regeling liep tot 1 januari 2021. Tegen die beschikking
is geen bezwaar gemaakt, zodat die beschikking onherroepelijk vaststaat. De rechtbank
komt daardoor niet meer toe aan de beoordeling of het einde van het overgangsrecht
Belastingplan 2019 in strijd is met enige wet- of regelgeving.

Hoewel een belastingplichtige een voordeel behaalt met het eigen gebruik van een woning
in box 3, hoeft hij daar niet (extra) inkomstenbelasting over te betalen.

Een bv kan geen aftrek claimen van voorbelasting over activiteiten waarvan de omzet door een zustervennootschap wordt verantwoord.
lees meer
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
lees meer