11 2022 • Gebruik gereconstrueerde rittenregistratie toch toegestaan

Uit een zaak voor Rechtbank Noord-Nederland blijkt dat het gebruik van een achteraf opgestelde rittenregistratie soms toch is toegestaan.
De Belastingdienst past op het fiscale loon van een dga een correctie toe van € 17.125
vanwege het privégebruik van de auto van de zaak. De fiscus wijst namelijk de rittenregistratie
af die de dga heeft gereconstrueerd. Dat heeft de dga gedaan omdat de koffer waarin
hij zijn oorspronkelijke rittenregistratie heeft bewaard, is gestolen. Het geschil
komt voor Rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank stelt dat men niet wettelijk verplicht
is om het privégebruik van hooguit 500 privékilometers te bewijzen met een oorspronkelijk
bijgehouden rittenregistratie. Andere middelen mogen ook. Daarnaast benadrukt de rechtbank
dat de dga niet het exacte aantal privékilometers hoeft te bewijzen. Het overtuigend
aantonen dat het gaat om hoogstens 500 privékilometers op jaarbasis volstaat.
De rechtbank oordeelt dat de dga slaagt in zijn bewijslast. De inspecteur stelt dat
diverse kilometeropgaves niet kloppen. Maar de rechtbank constateert dat deze afwijkingen
niet bestaan of verwaarloosbaar zijn. De rechtbank merkt daarnaast op dat de dga eerder
te veel in zijn nadeel dan in zijn voordeel heeft afgerond. Daarmee zijn de fundamenten
van de conclusies van de Belastingdienst weggeslagen. Vervolgens beoordeelt de rechtbank
of de gereconstrueerde rittenregistratie deugt. Daarbij stelt de rechtbank vast dat
de gereconstrueerde rittenregistratie wat opzet en inrichting betreft (vrijwel) helemaal
voldoet aan de voorwaarden voor een ‘echte’ rittenregistratie. De routes die de dga
heeft gereden, zijn gebruikelijke routes. Bovendien heeft de dga in privé nog enkele
andere motovoertuigen waarmee hij privéritten kan maken. Vanwege deze omstandigheden
keurt de belastingrechter de gereconstrueerde rittenregistratie goed. De rechtbank
draait vervolgens de correcties van de inspecteur terug.
Bron: Rb. Noord-Nederland 12-10-2022 (gepubl. 04-11-2022)
De beschikking van de 30%-regeling liep tot 1 januari 2021. Tegen die beschikking
is geen bezwaar gemaakt, zodat die beschikking onherroepelijk vaststaat. De rechtbank
komt daardoor niet meer toe aan de beoordeling of het einde van het overgangsrecht
Belastingplan 2019 in strijd is met enige wet- of regelgeving.

Hoewel een belastingplichtige een voordeel behaalt met het eigen gebruik van een woning
in box 3, hoeft hij daar niet (extra) inkomstenbelasting over te betalen.

Een bv kan geen aftrek claimen van voorbelasting over activiteiten waarvan de omzet door een zustervennootschap wordt verantwoord.
lees meer
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
lees meer