09 2022 • Geen correcte rittenregistratie? Naheffing plus boete!

Een werknemer die beschikte over een auto van de zaak en een verklaring geen privégebruik auto, kreeg een naheffing loonheffing plus boete omdat zijn rittenregistratie niet aan de eisen voldeed.
In 2018 werd aan de werknemer, door zijn werkgever, een auto van de zaak ter beschikking
gesteld. De werkgever houdt over de waarde van de auto geen loonheffing in. De werknemer
beschikte sinds 2013 over een verklaring geen privégebruik auto. In januari 2019 krijgt
de werknemer van de inspecteur het vragenformulier Loonheffingen Geen privégebruik
auto met het verzoek dit in te vullen en een rittenregistratie te overleggen. Hoewel
diverse stukken – waaronder twee rittenadministraties - worden overgelegd, blijkt
hieruit volgens de inspecteur niet dat niet meer dan 500 km privé is gereden. Hij
legt daarom aan de werknemer een naheffingsaanslag loonheffing van € 21.178 plus een
verzuimboete van € 5.278 op en een beschikking belastingrente van € 1.007. Nadat zijn
bezwaar wordt afgewezen betoogt de werknemer voor de rechtbank dat de naheffingsaanslag
ten onrechte aan hem is opgelegd. Volgens de werknemer had de naheffingsaanslag aan
de inhoudingsplichtige, zijn werkgever, moeten worden opgelegd. Volgens de rechtbank
blijkt uit de wet dat de verschuldigde belasting wordt nageheven van de werknemer
als de werknemer niet aantoont dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan
500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt, tenzij de inhoudingsplichtige (de
werkgever) wist dat de van de inspecteur afkomstige verklaring geen privégebruik niet
juist was. Dan wordt de verschuldigde belasting nageheven van de werkgever. In dit
geval is de verschuldigde belasting terecht nageheven van werknemer omdat niet gebleken
is dat de werkgever wist dat de aan de werknemer verstrekte verklaring geen privégebruik
onjuist was. Volgens de rechtbank vertoont de tweede aangeleverde rittenregistratie
zodanige gebreken dat deze niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Daarmee is niet
aangetoond dat er niet meer dan 500 km privé is gereden. Ook het argument dat de werknemer
in privé over twee auto’s beschikt is hiervoor onvoldoende. De aanwezigheid van andere
vervoersmiddelen sluit immers niet uit dat (ook) met de onderhavige auto meer dan
500 kilometer per jaar in privé wordt gereden. De rechtbank is dan ook van oordeel
dat er ten onrechte geen loonheffing is ingehouden en afgedragen op basis van het
autokostenforfait, de zogenaamde bijtelling. Dat brengt mee dat er te weinig loonheffing
is betaald. De naheffingsaanslag is daarom terecht opgelegd.
Omdat te weinig loonheffing is ingehouden en afgedragen, staat het betalingsverzuim
vast. De inspecteur heeft op basis van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
(BBBB) de boete bepaald op 100% van het wettelijk maximum van € 5.278. De inspecteur
legt de maximumboete op als een belastingplichtige een onjuiste of onvolledige rittenregistratie
heeft overgelegd. Nu de werknemer geen sluitende rittenadministratie heeft overgelegd,
is de verzuimboete passend en geboden.
Bron: Rb. Den Haag 14-07-2022 (gepubl. 31-08-2022)
De beschikking van de 30%-regeling liep tot 1 januari 2021. Tegen die beschikking
is geen bezwaar gemaakt, zodat die beschikking onherroepelijk vaststaat. De rechtbank
komt daardoor niet meer toe aan de beoordeling of het einde van het overgangsrecht
Belastingplan 2019 in strijd is met enige wet- of regelgeving.

Hoewel een belastingplichtige een voordeel behaalt met het eigen gebruik van een woning
in box 3, hoeft hij daar niet (extra) inkomstenbelasting over te betalen.

Een bv kan geen aftrek claimen van voorbelasting over activiteiten waarvan de omzet door een zustervennootschap wordt verantwoord.
lees meer
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
lees meer