06 2022 • Duidelijkheid over rechtsherstel box 3

Financiën heeft het besluit gepubliceerd waarin wordt aangegeven hoe het voordeel uit sparen en beleggen in box 3 moet worden herrekend naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. De berekening geldt voor nog niet onherroepelijk vaststaande en nog niet vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2022.
Bij het rechtsherstel wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van het vermogen
(zoals aangegeven in de aangifte inkomstenbelasting), waarbij een onderscheid wordt
gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Per vermogenscategorie
geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage. Bij de vormgeving van het
rechtsherstel zijn diverse aspecten betrokken, waaronder budgettaire, uitvoeringstechnische
en maatschappelijke aspecten. Het is erop gericht om op een geautomatiseerde wijze
uitvoering te geven aan het arrest van de Hoge Raad. Met de in dit besluit beschreven
nieuwe berekening van het voordeel uit sparen en beleggen wordt naar de mening van
het kabinet naar redelijkheid op een zo rechtvaardig, aanvaardbaar en uitvoerbaar
mogelijke manier rechtsherstel geboden.
-
In onderdeel 2 worden de drie doelgroepen van het rechtsherstel benoemd.
-
In onderdeel 3 staat hoe het rechtsherstel in vier stappen wordt berekend en wanneer een aanslag inkomstenbelasting wordt verminderd of wordt vastgesteld op basis van het berekende nieuwe voordeel uit sparen en beleggen.
-
In onderdeel 4 wordt per doelgroep aangegeven welke mogelijkheden de belastingplichtige heeft als hij het niet eens is met het geboden rechtsherstel (de rechtsbescherming).Voor alle doelgroepen geldt dat het rechtsherstel enkel wordt geboden als het berekende nieuwe voordeel uit sparen en beleggen lager is dan het op grond van de wet berekende voordeel uit sparen en beleggen. Als dit niet het geval is, wordt geen rechtsherstel geboden.
Ambtshalve vermindering Ten aanzien van een verzoek om ambtshalve vermindering wordt het volgende gemeld.
Een verzoek om ambtshalve vermindering moet zijn ingediend binnen vijf jaar na afloop
van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft. Tenzij de staatssecretaris
anders beslist, kan jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk
is komen vast te staan, geen aanleiding zijn om die aanslag ambtshalve te verminderen.
Om die reden zal de inspecteur een verzoek (om rechtsherstel) afwijzen van een belastingplichtige
die niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting, waarin
sprake is van een voordeel uit sparen en beleggen. Tegen deze afwijzing staat bezwaar
en beroep open.
Het besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.
Bron: MvF 28-06-2022, nr. 2022-176296
De beschikking van de 30%-regeling liep tot 1 januari 2021. Tegen die beschikking
is geen bezwaar gemaakt, zodat die beschikking onherroepelijk vaststaat. De rechtbank
komt daardoor niet meer toe aan de beoordeling of het einde van het overgangsrecht
Belastingplan 2019 in strijd is met enige wet- of regelgeving.

Hoewel een belastingplichtige een voordeel behaalt met het eigen gebruik van een woning
in box 3, hoeft hij daar niet (extra) inkomstenbelasting over te betalen.

Een bv kan geen aftrek claimen van voorbelasting over activiteiten waarvan de omzet door een zustervennootschap wordt verantwoord.
lees meer
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
lees meer