12 2022 • Ab-houderschap eindigt pas bij scheiding van tafel en bed
Een erflaatster overlijdt en is op dat moment gehuwd in de dan geldende wettelijke gemeenschap van goederen. De vrouw heeft echter geruime tijd feitelijk gescheiden geleefd van haar echtgenoot. Deze echtgenoot houdt aandelen in een bv. De FIOD is een (strafrechtelijk) onderzoek gestart naar een beperkt aantal klanten van de gemachtigde van de echtgenoot. Dat heeft geleid tot inbeslagname van gegevensdragers. De FIOD heeft informatie die strafrechtelijk niet van belang is, doorgespeeld aan de Belastingdienst. Tot die informatie behoort onder andere een e-mail van de echtgenoot van erflaatster. Uit deze e-mail volgt dat de echtgenoot twee grote (box 3-)vorderingen heeft. Aan de erfgenamen is een aanslag IB 2016 opgelegd waarin rekening is gehouden met een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 1.491.279. Er ontstaat een geschil met de Belastingdienst. Dit geschil spitst zich toe op de volgende vragen:
-
Is sprake van onrechtmatig verkregen bewijs dan wel détournement de pouvoir?
-
Heeft de fiscus het fair play-beginsel geschonden?
-
Behoren de aandelen in de bv tot de gemeenschap?
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van in fiscale zin uit te sluiten bewijs.
Van het ‘zozeer indruisen tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag
worden verwacht’ is geen sprake. De Hoge Raad heeft deze formulering gebruikt in zijn
arrest van 27 februari 2004. Evenmin is sprake van een schending van het fair play-beginsel
als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005. De e-mail valt naar
het oordeel van de rechtbank niet onder de noemer ‘rapporten en andere geschriften
van derden voor zover zij ten doel hebben de fiscale positie van de belastingplichtige
te belichten of hem daaromtrent te adviseren’. De e-mail vermeldt feitelijkheden en
is niet afkomstig van de gemachtigde, maar van de klant van gemachtigde, de echtgenoot.
Ten slotte heeft de inspecteur terecht aangenomen dat erflaatster ten tijde van haar
overlijden op grond van het huwelijksvermogensrecht ab-houdster was. Van een verzoek
tot scheiding van tafel en bed is niets gebleken. De Belastingdienst heeft daarom
de helft van de waarde van de vorderingen terecht aan erflaatster toegerekend. Het
beroep van de erfgenamen is ongegrond.
Bron: Rb. Gelderland 25-10-2022 (gepubl. 07-11-2022), Hoge Raad 24-02-2004 en Hoge Raad 25-09-2005
Voor het volharden in de weigering om alle stukken in te dienen en het houden een onrechtmatig woonplaatsonderzoek moet de fiscus de werkelijke proceskosten vergoeden.
lees meerDe IB- of Vpb-belastingplichtige hoeft geen belastingrente te betalen over dat deel van het tijdvak waarin de fiscus door een spontane betaling al beschikte over het verschuldigde belastingbedrag.
lees meerHet aanvraagloket voor de subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s gaat 23 april 2024 vanaf 7.00 open. Het beschikbare budget is € 30 miljoen.
lees meerIs in een onherroepelijke uitspraak vastgesteld dat in een bepaald jaar een onderneming is gestaakt? Dan kan de ondernemer niet jaren later een stakingsverlies claimen.
lees meer