06 2022 • Leeftijdsgrens startersvrijstelling OVB geen discriminatie
Op grond van de zogeheten startersvrijstelling heeft een natuurlijk persoon die voor
het eerst een eigen woning verkrijgt onder voorwaarden recht op een vrijstelling van
overdrachtsbelasting (OVB). De waarde van die woning moet dan wel maximaal € 400.000
bedragen. Een andere belangrijke voorwaarde is dat de verkrijger op het moment van
de verkrijging minstens 18 maar nog geen 35 jaar oud is. In de zaak voor de rechtbank
heeft een man het standpunt ingenomen dat de leeftijdsgrens binnen de startersvrijstelling
in strijd met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Zelf heeft hij op 16 februari
2021 een woning verkregen. Op dat moment heeft hij voldaan aan bijna alle voorwaarden
voor de toepassing van de startersvrijstelling. Alleen aan de leeftijdseis heeft hij
niet voldaan: hij was vijftig jaar oud op het moment van de verkrijging.
Bij het beoordelen van het standpunt naar de man kijkt de rechtbank naar de wetsgeschiedenis.
De wetgever heeft zijn keuze gebaseerd op een onderzoek waaruit blijkt dat de meeste
starters tussen de 25 en 35 jaar oud zijn. De gekozen leeftijdsgrens is dus passend
voor de meest actieve koopstarters. Ongeveer 73% van de personen die nooit eerder
een woning hebben verkregen, valt onder de doelgroep. De veronderstellingen waarvan
de wetgever is uitgegaan, zijn volgens de rechtbank niet evident onredelijk. Daarmee
is de wetgever binnen zijn ruime beoordelingsvrijheid gebleven. De rechtbank ziet
in de leeftijdsgrens daarom geen vorm van verboden discriminatie.
Bron: Rb. Gelderland 07-06-2022 (gepubl. 19-06-2022)
Is in een onherroepelijke uitspraak vastgesteld dat in een bepaald jaar een onderneming is gestaakt? Dan kan de ondernemer niet jaren later een stakingsverlies claimen.
lees meerVoor Rechtbank Zeeland-West-Brabant is een forfaitair rendement van € 302 significant hoger dan een werkelijk rendement van € 177. En dus moet dan nader rechtsherstel plaatsvinden.
lees meerKan men met een beroep op dwaling het nadeel van het terugnemen van de bedrijfsopvolgingsregeling bij faillissement van de overgedragen onderneming voorkomen? Niet als het risico van faillissement niet is overwogen op het moment van schenking, aldus Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
lees meerRechtbank Noord-Holland staat een inkorting van de maximale looptijd van een beschikking 30%-regeling toe als dat het gevolg is van gewijzigde wetgeving.
lees meer