Bezig met laden.
Een moment aub.

Nieuws
Financiëel Nieuws

06 2022  •  Gedeeltelijk staken betekent niet volledige heretikettering


Een echtpaar drijft via een stille maatschap een agrarische onderneming. De ondernemersactiviteiten omvatten het houden van vleeskuikens en het verbouwen van akkerbouw- en tuinbouwproducten. Voor het verbouwen van laatstgenoemde producten maakt de maatschap gebruik van cultuurgrond. Sinds 2011 verpacht zij echter alle cultuurgrond en verbouwt zij geen akkerbouw- of tuinbouwproducten meer. Toch blijft de man de cultuurgrond rekenen tot zijn ondernemingsvermogen. In 2015 staakt de maatschap het houden van vleeskuikens. Wanneer de Belastingdienst wil afrekenen over de stille reserves in de cultuurgrond, stelt de man dat dit niet meer mogelijk is. Hij beweert dat de cultuurgrond al in 2011 had moeten overgaan naar het privévermogen. Volgens hem valt deze fout te herstellen met de foutenleer. De Belastingdienst verwerpt deze stelling. Maar in een beroepsprocedure stelt Rechtbank Noord-Nederland de man in het gelijk.
Daarop gaat de fiscus in hoger beroep. Het hof haalt uit oudere arresten dat men bij gedeeltelijke staking de activa van het gestaakte deel niet per definitie moet aanmerken als verplicht privévermogen. Daardoor heeft de maat de cultuurgrond ook na 2011 in redelijkheid kunnen blijven rekenen tot zijn ondernemingsvermogen. Dat heeft de maat trouwens ook gedaan, zelfs met cultuurgrond die hij na de verkrijging is gaan verpachten. Het gevolg is dat er geen reden is om de cultuurgrond al in 2011 te laten overgaan naar het privévermogen. Die overgang komt pas aan de orde bij de staking van de rest van de onderneming in 2015. De boekwinst op de cultuurgrond behoort dus wel degelijk tot de stakingswinst in 2015.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 31-05-2022 (gepubl. 10-06-2022)

Geen ambtshalve vermindering na fiscale afrekening

Is in een onherroepelijke uitspraak vastgesteld dat in een bepaald jaar een onderneming is gestaakt? Dan kan de ondernemer niet jaren later een stakingsverlies claimen.

lees meer
€ 125 verschil in box 3-rendement kan significant zijn

Voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant is een forfaitair rendement van € 302 significant hoger dan een werkelijk rendement van € 177. En dus moet dan nader rechtsherstel plaatsvinden.

lees meer
Geen dwaling als risico van faillissement niet is overwogen

Kan men met een beroep op dwaling het nadeel van het terugnemen van de bedrijfsopvolgingsregeling bij faillissement van de overgedragen onderneming voorkomen? Niet als het risico van faillissement niet is overwogen op het moment van schenking, aldus Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

lees meer
Beperkt overgangsrecht volstaat voor inkorting 30%-regeling

Rechtbank Noord-Holland staat een inkorting van de maximale looptijd van een beschikking 30%-regeling toe als dat het gevolg is van gewijzigde wetgeving.

lees meer
archief